Een bijzondere Moordrechtenaar is woensdag 2 september 2020 overleden. Wim Hardijzer blies zijn laatste adem uit op een steenworp afstand van zijn geboorteplek, boerderij In de Krom. Wim werd 85 jaar. Tot zijn dood werd hij liefdevol verzorgd door zijn vrouw Nel.
Wim Hardijzer was eigenlijk de hoeder van de Moordrechtse polder. “Ik stop pas met het in de gaten houden van de polder als ik tussen 6 plankies leg,” zei hij in 2008, een jaar nadat zijn lichaam hem in de steek had gelaten en hij in een rolstoel belandde. “Het is een wonder dat ik hier nog zit,” zei hij toen. Een bacterie had bezit genomen van zijn lichaam en maandenlang was het kantje-boord. De ijzersterke boer overleefde het, maar zijn leven was daarna nooit meer zoals het was. Toch bleef hij nog jarenlang in de polder rondrijden in zijn scootmobiel. Hij gaf niet op. Nog een aantal jaar lang hield hij de polder persoonlijk in de gaten. Sprak hij in bij vergaderingen en maakte hij bezwaar tegen bestemmingsplannen.
Praktijkman
De polder en de natuur ging de geboren boer na aan het hart. Hij wist alles van het veengebied. Hij wist alles over de polderpeilen, over wellen, over veenklompen. Hij wist dat niet uit een boekje. Nee, hij wist alles uit eigen ervaring. Uit de praktijk. Die kennis gebruikte hij ook toen hij in het algemeen bestuur (de ‘Verenigde Vergadering’) van het Hoogheemraadschap van Schieland zat. Dat fuseerde later met het schap van de Krimpenerwaard).
Dag en nacht liep hij rond in de polder. Als hij een ambtenaar wees op een ontbrekende ondergrondse leiding in een bestemmingsplan, zei hij er luid en duidelijk bij dat hij dat wist ‘omdat ik zelf heb gezien dan ze hem daar hebben gegraven!’
Twinkeling
Waar hij dus een hekel aan had, was als beleidsmakers bouwplannen voor de polder maakten, zonder dat ze het gebied echt kenden. Hardijzer kende elke tocht, elke hectare, elke duiker. Hij was kind aan huis in gemaal Abraham Kroes, waar ze Hardijzer graag zagen komen. Want naast het feit dat Hardijzer veel wist, was het ook nog eens een heel aardige man, met een altijd ondeugende twinkeling in zijn ogen als hij mooie verhalen vertelde. Een opgewekte man.
Drijvend weiland
Ik weet nog dat toen ik net begon te schrijven voor de Moordrechtse Koerier, in het jaar 2000 of 2001, ik al snel contact had met meneer Hardijzer. Het zal voor het eerst zijn geweest in een commissievergadering Ruimtelijke Ordening in de kelder van het Moordrechtse Raadhuis. Daar heb ik heel wat verhitte dorpse avonden meegemaakt. Het dorpse Moordrecht stond aan de vooravond van allerlei veranderingen.
Hij wilde me wel vertellen over de Zuidplaspolder. Dat boeide me mateloos, als een in de Gouderakse polder geboren polderjongen. Hardijzer nam me een paar dagen later mee in zijn fluisterbootje en we voeren vanaf zijn huis aan de Middelweg, over een kaarsrechte tocht tot in het hart van de weilanden waar Westergouwe moest komen. Ik herinner me als de dag van gisteren dat we daar vanuit het bootje op een weiland stapte en Hardijzer me duidelijk maakte waarom Westergouwe op de slechtst denkbare plek was gepland. In het drassige weiland, dat als een spons op het water leek te drijven, zakten we tot onze kuiten weg. Hardijzer had zijn punt direct duidelijk gemaakt.
Ontwikkeling Zuidplaspolder
In die jaren – Hardijzer was een fitte zestiger – zat Hardijzer bij elke bijeenkomst over de ontwikkeling van de Zuidplaspolder, het buitengebied en Westergouwe. Als hij bezwaar maakte, deed hij dat sowieso mondeling (‘Die microfoon heb ik niet nodig!’) als inspreker, maar ook schriftelijk: dat deed hij dan in schoonschrift op papier. Prachtig.
Hij deinsde er niet voor terug om politici en beleidsmakers in een volle zaal de les te lezen. Voor een buitenstaander kwam dat soms best bot over – eerlijk is eerlijk – maar iedereen die hem kende wist dat het uit een goed hart kwam. Het stoorde hem gewoon als het niet klopte wat er in stukken over de polder werd beweerd. Het stoorde hem als er niet goed met de polder werd omgesprongen. Hij was heus niet tegen nieuwbouw – in feite was hij hartstikke ruimdenkend – maar hij werd boos als het niet op een goede manier gebeurde. Hardijzer wist wat speelde omdat hij elke boer in het gebied kende.
Altijd bezig
Zijn werkzame leven bracht Willem door op de boerderij In de Krom. Lange dagen werken op het land. Melken ging nog met de hand. Maaien met de zeis. Zaaien met de hand. In 1953 hielp hij tijdens de Watersnoodramp eigenhandig het dorp te beschermen. Altijd druk, altijd bezig. Wim en Nel hebben geen kinderen gekregen. Toen ik eraar vroeg, maakte hij er een grapje over. Maar uiteindelijk serieus: “Dat is ons helaas niet gegeven.”
Kinderboerderij
Toen hij op een leeftijd kwam dat hij de boerderij vaarwel moest zeggen, was het de stichting Drost IJserman die ervoor zorgde dat de kenmerkende boerderij in de Krom werd omgevormd tot kinderboerderij en zorgboerderij voor verstandelijk gehandicapten. Wim kwam er graag en met de bewoners had hij een mooie band.
Overigens: die gekke slinger in de Middelweg (de ‘krom’) is best bijzonder. Tussen de kerktoren van Moordrecht en de kerktoren van Moerkapelle werd bij de drooglegging van de polder een kaarsrechte lijn getrokken. Alleen bij de krom zat daar een slinger in. Hardijzer zal vast hebben geweten of dat door een meetfout kwam, of dat er een reden voor was.
De laatste jaren zijn moeilijk geweest voor Willem. Als iemand niet kan doen wat hij het allerliefst doet, namelijk buiten zijn, de polder in de gaten houden en genieten van de natuur, dan wordt het leven minder mooi.
Met het overlijden van Wim Hardijzer is Moordrecht één van de meest markante inwoners verloren. Hij had hart voor het dorp, voor de polders en voor zijn medemens.
BERNIE PUTTERS
We gaan hem missen! Ik heb veel met hem gesproken over de polder en inderdaad hij kon mooi uit de hoek komen richting bestuurders. Maar allemaal respectvol. Ik ga ook missen dat hij langs liep of later reed in zijn rolstoel en ons toch even aansprak. Mijn vriendin die ergens een familie relatie met hem had en ik als Raadslid en later wethouder. Een mooie persoon zijn we kwijtgeraakt.